Inleiding

De lof is aan Allaahu Ta`ala . Wij prijzen Allaahu Ta`ala en vragen Zijn hulp en vergiffenis. Wij zoeken onze toevlucht bij Allaahu Ta`ala voor al het kwade die van de shaytan (satan) en onze nafs (ego) komt. Als Allaahu Ta`ala iemand op de rechte weg leidt, is niemand in staat hem te misleiden. En als Allaahu Ta`ala iemand misleidt, is niemand in staat hem op het rechte pad te krijgen. Wij getuigen dat er geen godheid is dan Allaahu Ta`ala en wij getuigen ook dat Muhammad (salallaahoe `alayhie was sallem), Zijn dienaar en Zijn Gezant is. As-salaat (gebeden) en as-salaam (groetenis) zijn voor de laatste der Rasoel (Boodschapper) en de Nabie (profeet) van Allaahu Ta`ala, Muhammad Mustafa (salallaahoe `alayhie was sallem). As Salaam aan hem die de mensheid uit de duisternis van ongeloof en onrecht heeft gehaald en As Salaam aan een ieder die zijn boodschap volgt.

Laatste jaren neemt het sufisme in Nederland en ook in West Europa sterk toe. Zo nu en dan lees je uit de monde van sufisten uitspraken, die je haren doen overeind staan. Deze sufi's houden een Europese Islaam op na. Ze hebben zeer reformistische denkbeelden over de kernpunten van de Islaam. Hieronder zal aan de hand van een tweetal geschriften van Shaykhu'l Islaam Ahmad ibn Taymiyyah (rahiemehoellaah) (661 (1263)/728 (1328), te weten "Al-furqaan baina 'awliya'r rahman wa 'awliya'sh shaitan" (onderscheid tussen de walies van Allaahu Ta`ala en van de duivel) en "Fatawaa" (adviezen) deel 2, een licht geworpen worden op de onjuistheden van sommige van deze sufi beweringen. Aller eerst wordt uitgelegd wat onder "walie" (geliefde van Allaahu Ta`ala) wordt bedoeld, vervolgens wordt het mystieke zesde zintuig, de dauq, behandeld, en tenslotte wordt "fanaa" onder de loep genomen.

0 reacties:

Een reactie posten