door Imaam Ibn Al-Jawzee rahiemehoellaah
Toen kwam er een groep mensen -van de Soefies- en zij begonnen te spreken over honger, armoede, fluisteringen en verbeeldingen. En ze schreven boeken hierover, zoals Al-Haarith Al-Muhaasibee heeft gedaan.Daarna kwamen anderen,die de weg van het Soefisme aanpasten en het kenmerkten aan de hand van eigenschappen waarmee zij het onderscheiden (van haar originele hoedanigheid) zoals: het dragen van oude gescheurde kledij, het luisteren (naar muziek), in extreme emoties uitbarsten, dansen en klappen. En zij onderscheiden zich door uit te blinken in hygiëne en reiniging.
Daarna verspreidde deze zaak (Soefisme) zich verder, en hun Sheikhs verzonnen verhalen voor hen en begonnen te spreken over mysterieuze gebeurtenissen die hen overkwamen. Dit bevestigt hun afstand van de geleerden. Dit bevestigt zelfs hun visie dat zij zich bevonden op de meest complete vorm van kennis; in zulke mate dat zij het ‘verborgen innerlijke kennis’ (al-‘ilm-ul-baatin) noemen, terwijl de kennis van de sharee`ah ‘de uiterlijke kennis’ (al-‘ilm-uhd-dhaahir) is.
Onder hen bevond zich diegene wiens extreme honger ervoor zorgde dat hij een verdorven beeltenis kreeg waardoor hij pleitte liefde en passie te hebben voor de waarheid. Het leek alsof ze zich een figuur met een prachtig uiterlijk voor de geest haalden en er verliefd op werden. Deze personen bevinden zich tussen ongeloof en innovatie.
Daarna splitsten deze mensen zich in verschillende ordes en hun geloof raakte verdorven. Dus onder hen bevonden zich degenen die de visie aanhielden dat Allaah zich in Zijn schepping bevindt (hulool) en van hen waren er die de visie aanhielden dat de Schepper en de schepping in werkelijkheid één zijn (Ittihaad)!
En Iblies ging zo verder hen te vertellen over verschillende soorten innovaties, totdat zij dit als een soennah voor henzelf hebben genomen.
Toen kwam Abu ‘Abdir-Rahmaan As-Sulamee die een boek voor hen schreef genaamd ‘asSunan.’ Hij stelde ook een boek samen genaamd ‘Haqaa’iq-ut-Tafseer’, waarin hij verbazingwekkende zaken over hen (i.e. Soefies) vertelt betreft hun interpretatie van de Qur’aan, gebaseerd op de (mystieke zaken) die hen overkomen zijn, zonder het terug te brengen naar één van de bronnen waar men kennis vandaan haalt. Integendeel, hij schreef volgens hun overtuiging (madhhab) en het vreemde in het overdrijven betreft voedsel en het lange tijd spreken over de Qur'aan.
Voorzeker, Abu Mansoor Abdur-Rahmaan Al-Qazaaz berichtte ons dat: Abu Bakr Al-Khateeb ons informeerde, zeggende: Muhammad bin Yoosuf Al-Qattaan An-Naisaburee zei tegen me: “Abu ‘Abdir-Rahmaan As-Sulamee is onbetrouwbaar. Hij heeft geen ahadieth gehoord van Assam behalve op een zeer klein aantal ahadeeth na. Dus toen de leider, Abu ‘Abdillaah bin Al-Bay’, stierf, begon hij ahadeeth te overleveren op gezag van Al-A’asam zowel uit ‘Tareekh Yahya Ibn Ma’een’ als andere boeken. En hij verzon ahaadeeth voor de Soefies.”
Abu Nasr As-Siraaj schreef een boek voor hen genaamd ‘Lum’-us-Soofiyyah’ waarin hij verschrikkelijke geloofspunten en afgrijselijke slechte uitspraken deed, die we later gedetailleerder zullen bespreken, met de Wil van Allaah.
En Abu Taalib Al-Makkee schreef het boek Qoot-ul-Quloob waarin hij verzonnen ahadeeth en overleveringen vernoemde, betreft de gebeden tijdens de dag en nacht evenals andere onderwerpen, die niet teruggebracht konden worden naar wat voor bron dan ook. Hij vernoemde hierin ook valse stellingen en herhaalde constant uitspraken zoals: “Een aantal van de mukaashifeen (degene aan wie Allaah geheimen onthuld heeft betreft verborgen feiten) hebben gezegd…” Dit soort woorden zijn leeg en nutteloos. Hij zegt hierin ook betreft sommige Soefies, dat Allaah zichzelf toont aan ‘heiligen’ in deze wereld.
Abu Mansoor Al-Qazaaz berichtte ons: Abu Bakr Al-Khateeb informeerde ons, zeggende: Abu Taahir Muhammad bin al-‘Ullaaf zei: “Abu Taalib Al-Makkee ging naar de stad Basrah, na de dood van Abul-Husayn bin Saalim en nam zijn mening aan. Toen reisde hij naar Baghdad en de mensen verzamelden zich om hem heen, tijdens een lezing van hem, om hem aan te horen. Dus hij begon te spreken maar raakte verward waardoor hij woorden door elkaar haalde. Men heeft uit het hoofd geleerd dat hij zei: ‘Niets is schadelijker voor de schepping dan de Schepper.’ Dus de mensen verklaarden dat hij een innoveerder was en verlieten hem volledig. Daarna werd hij ervan weerhouden om tegen de mensen te spreken.”
Al-Khateeb zei: “Abu Taalib Al-Makkee schreef een boek in de taal van de Soefies genaamd Qoot-ul-Quloob waarin hij vele afgrijselijke en afstotende dingen zegt over de Eigenschappen van Allaah.”
Toen kwam Abu Nu’aim Al-Asbahaanee die een boek voor hen schreef genoemd ‘Hilyat-ul-Awliyaa’, waarin hij vele slechte en verachtelijke dingen zegt betreft de wetgeving in het Soefisme. En zonder schaamte zei hij dat Abu Bakr, ‘Umar, ‘Uthmaan, ‘Alee en de rest van de hooggeplaatste Metgezellen ook Soefies zijn! Dus in dit boek vernoemt hij wonderbaarlijke zaken die hen overkomen zijn. Hij zegt ook dat Shuraih en Al-Qaadee en Al-Hasan AlBasree, Sufyaan Ath-Thawree en Ahmad bin Hanbal zich onder hen (i.e. de Soefies) bevonden. Zo ook vertelde As-Sulamee in zijn boek genaamd ‘Tabaqaat-us-Soofiyyah' dat Fudail (bin ‘Iyyaad), Ibraaheem bin Adham en Ma’roof Al-Kurkhee ook Soefies genoemd worden, door naar voren te brengen dat het mensen waren die afstand namen van het wereldse leven en haar luxe (zuhd).
Dus Soefisme is een methode die bekend staat om het overdrijven in abstinentie van wereldse luxe (zuhd). Wat het verschil maakt tussen hen (i.e. de bovenvermelde geleerden en de Soefies), is dat niemand ooit abstinentie (zuhd) afgekeurd heeft, terwijl het Soefisme wel afgekeurd werd vanwege datgene wat we later zullen noemen.
‘Abd-ul-Kareem bin Hawaazin Al-Qushayree schreef voor hen een boek genaamd ‘ar-Risaalah’, waarin hij vergezochte en mystieke zaken noemt zoals gepraat over al-fanaa (vernietiging) en al-baqaa (bestaan), al-qabd (samentrekking), al-bast (uitzetting), al-waqt (het moment), al-haal (trance), al-wajd (conclusie) en al-wujood (het bestaan), al-jam’ (verbond) en tafaruqqah (scheiding), as-sahu (duidelijkheid) en as-sakr (dronkenschap), adh-dhawq (smaak) en ash-sharab (drank), al-mahu (uitwissing) en al-ithbaat (bevestiging), at-tajallee (manifestatie) en al-muhaadarah (aanwezigheid), al-mukaashafah (ontsluiering) en al-lawa’ih, at-tawaali’ en al-lawaami’, at-takween en at-tamkeen, ash-sharee’ah en al-haqeeqah (realiteit) en andere gekkigheden die nergens toe leiden. En zijn tafseer is zelfs vreemder dan dit!
Toen kwam Muhammad bin Taahir Al-Maqdisee die 'Safwat-ut-Tasawwuf' voor hen schreef, waarin hij dingen zei waarvoor elk persoon met een beetje verstand zich zou schamen om te noemen! We zullen, met de Wil van Allaah, datgene noemen wat geschikt is.
Toen kwam Abu Haamid Al-Ghazaalee die het boek ‘Ihyaa ‘Uloom-ud-Deen’ voor hen schreef, gebaseerd op de methodiek van de (Soefie) mensen, wat vol stond met ahaadeeth zonder basis. Hij sprak over kennis van de Mukaashafah (ontsluieren van het ongeziene door Allaah aan de Soefies) en hij nam afstand van de principes van Fiqh. En hij zei dingen zoals:"Voorzeker de sterren, de zon en de maan die Ibraaheem zag, waren in wezen licht van de sluieren van Allaah." Zulke zaken zijn nooit genoemd in één van de kennisbronnen. Integendeel, dit is van de uitspraken van de Baatiniyyah.
Hij (Al-Ghazaalee) zei ook in het boek ‘Al-Mufsih bil-Ahwaal’: “Terwijl zij zich in wakkere staat bevinden, zijn de Soefies in staat om de engelen en de zielen van de profeten te zien, hun stemmen te horen en nuttige zaken van hen te verkrijgen. Daarna verhoogde deze staat zich van het zien (van hun) beelden tot het niveau waarin zij zich samenvoegen in dezen.”
De redenen waarom deze personen deze boeken schreven was hun minimale kennis van de Soennah, Islaam en de overleveringen, evenals hun toewijding aan datgene wat zij goedkeurden betreft de weg van de mensen (Soefies). Ze gaven slechts hun goedkeuring aan deze weg vanwege hun liefde voor abstinentie (zuhd) die zich in hun zielen vestigde. Ze kenden geen enkele positie die beter was dan de positie van deze mensen (Soefies) betreft hun uiterlijk, noch enige spraak die aangenamer is dan hun spraak, terwijl ze in de biografieën van de Salaf een soort hardheid terugvonden. Dus de mensen begonnen heel sterk naar deze personen (Soefies) toe te trekken.
Dit is wegens datgene wat we eerder al vermeld hebben; dat het een methode is die aan de buitenkant gekenmerkt werd door reinheid en aanbidding, terwijl het aan de binnenkant draaide om vrije tijd en het luisteren naar muziek, waar de fysieke aard naar neigt. De eerste Soefies namen afstand van de leiders en overheden. Maar ze werden (in latere tijden) vrienden.
Het merendeel van deze boeken die voor hen zijn samengesteld bevatten zaken die niet teruggebracht kunnen worden tot enige (authentieke) bron. Ze zijn echter slechts gebaseerd op mystieke gebeurtenissen die een enkeling overkwam en zij hebben dit kunnen vinden en vastleggen. Ze noemden dit verborgen kennis (al-‘ilm-ul-baatin). Abu Ya’qoob Ishaaq bin Hayya zei: “Ik hoorde Ahmad bin Hanbal toen hem gevraagd werd betreft waanideeën en fantasieën, dus hij antwoordde: ‘De Sahaabah en de Taabi’een spraken nooit over dergelijke zaken.’
Bron: het boek Talbees Iblees: blz. 162-163
0 reacties:
Een reactie posten